Vorige

Volgende

Toon index

Start pagina

Auteur: Arend Arends

Versie: 30 juli 2014

Huizen in Peize voor 1850

D Zuurseweg West, Molenweg Zuid 33-42

33 Harmen Harmens, Jan Harms, Geert Jans Guilker, Jannes Hindriks, Roelof Huizing, Derk Barelds Dekker, Popke Barelds Bakker

In 1767 worden verschillende goederen verkocht uit de erfenis van Johanna Wolthers, weduwe Lucas Willinge, zie 65. De mede-erfgenamen Capt. F. Ebbinge en zwager Bartelt Ebbinge, getrouwd met Alina Ebbinge, kopen een keuterie, die door Geert Guilker wordt bewoond, voor 405 gld. met daarbij voor 120 gld. "het zogenaamde smidt dijkje, van de ene weg tot de andere gelegen", grenzend ten oosten aan de keuterie, ten zuiden aan Berent Ottens, ten westen aan Harm Clasen en gedep. Willinge en ten noorden aan de weg.

Vermoedelijk betreft het dit huis, waar Geert Guilker kan hebben gewoond. Hij wordt in 1764 vermeld na de bewoners van het  diaconiehuis op 32 en zonder aanslag. Daartussen wordt nog weduwe Berent Frischers vermeld als keuter. 

In het Register van Nieuwe Huizen 1742 en 1745 worden respectievelijk Harmen Harmens en zijn weduwe vermeld als meier van juffr. Willinge.

De naam "de Smits Dijkjes" staat ook vermeld op de kadasterkaart van 1832, maar dan iets meer naar het zuidwesten en lopend tot aan de Achterweg. Wel lopen er aan de oostzijde van het huis een aantal smalle stroken grond met daarbij de naam "de Lange Streken", die eveneens in aanmerking komen.

Harmen Harmens weduwe en zoons worden in het Haardstedenregister van 1742 vermeld als schoenmaker, in 1754 en 1764 Jan Harms, schoenlapper.

Op 14-1-1703 trouwen Harmen schoemaker en Annechien Jansen. Op 8-1-1705 wordt Hermen Schoemakers Anne begraven. Op 20-12-1705 trouwt hij opnieuw met een Anne. Op 16-6-1707 wordt ook zij begraven, haar naam wordt dan vermeld als Annechien Lamberts. In november 1708 trouwen dan Harmen Harmens en Jantien Lammers. Harmen Harmens betaalt vele jaren rente over een bedrag van 20 gld. dat hij geleend heeft uit de armenkas. Op 24-3-1740 wordt hij begraven. Zijn weduwe betaalt voor het laken en betaalt vervolgens ook de rente.

Mogelijke zoons zijn de hiervoor vermelde Jan Harms en Lambert Harms, die eveneens schoenmaker is op verschillende plaatsen. De laatste komt voor tot 1784.

In 1743 verkopen Lambert Harms en zijn echtgenote Geesjen Derks hooiland op het Zand (in het noorden van Peize), in 1754 verkoopt Lambert Harms nog een half mat hooiland, eveneens op het Zand. In 1762 zijn Lambert Harms en zijn bruid Eva Jans een bedrag schuldig aan Albert Hindriks als hoofdmomber over de kinderen van Lambert Harms en Geesje Derks wegens afkoop van de tilbare goederen. In 1780 geven Jantien Lamberts en haar halfzuster Grietje Lamberts de erfenis aan van hun broer Derk Lamberts.

Geert Jans Guilker wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1774 zonder aanslag. Zoals hierboven vermeld, is hij de bewoner bij de verkoop in 1767. Hij woont van 1754 tot 1784 op verschillende plaatsen in Peize.

In 1784 kan Jannes Hindriks hier hebben gewoond, in 1794 Otte Kosters, zie 47.

In 1797 woont Roelof Huizing in het huis, hij is dan 38 jaar, arbeider, gehuwd met 3 kinderen, daarvoor wonend in huis 47. Hij woont hier ook in 1804. In 1807 woont hij in huis 31.

Roelof Huizing is een zoon van Berend Huizing, zie 51 en 114. Hij trouwt in 1786 met Aaltien Everts, dochter van Evert Jacobs en Zwaantje Jans, zie 109.

Dochter Avien Huizing trouwt in 1824 in Eelde met Hindrik Harms Leest, zoon van Harmen Hendriks en Annegje Jans, die daar schoenmaker is.

Zoon Berend Huizing trouwt in 1815 met Bouke Dieles Maans, geboren in Leek als dochter van Diele Jacobus Maans en Dirkje Cornelis.

Zoon Evert Huizing trouwt in 1823 met Hillechien Jannes Talens, dochter van Jannes Jans Talens en Everdina Wullinge, zie 113. Zij hertrouwt in 1849 met de sergeant Gerardus van Sutveen, geboren in Groningen.

Zoon Jan Huizing trouwt in 1824 in Roden met Trijntje Jacobs Reiber, dochter van Jacob Hindriks Reiber en Jetske Jacobs.

In 1805 verkopen de erfgenamen van majoor F. Ebbinge een halve keuterie in het zuideinde van Peize met het zogenaamde halve Smidsdijkje aan Jan Ebbinge en vrouw Grietien Ebbinge, zie 117. Jan Ebbinge is een zoon van de andere eigenaar Barteld Ebbinge en wordt later sr. genoemd. Het huis grenst ten oosten aan de diaconie, weduwe J. Willinge, B. Barelds en Popke Martinus, ten zuiden aan Otto Berends (Scheerhoorn) van Norg, ten westen aan oud-gedeputeerde mr. D. Willinge en ten noorden aan de weg.

In 1807 wordt het huis bewoond door Derk Barelds, dekkersknecht met een inwonend kind. Eigenaar is Jan Ebbinge sr. voor 7/8 en Hilligje Ebbinge, weduwe H. Mensing voor 1/8 deel. Zij zijn kinderen van Barteld Ebbinge en Alina Ebbinge, zie 69. Alina is een zuster van majoor Frerik Ebbinge. Jan Ebbinge sr. is ook in 1832 eigenaar.

Derk Barelds Dekker is een zoon van Bareld Derks en Harmtien Alberts, zie 19. Hij trouwt in 1805 met Annechien Jans Bouwkamp, dochter van Jan Hindriks Bouwkamp en Grietien Sikkens, zie 42.

In 1813 wordt het huis bewoond door Popke Barelds Bakker, zoon van Bareld Barelds Bakker en Zwaantien Roelfs, zie 19. Hij trouwt in 1810 met Hinderkien Jans Talens, dochter van Jan Arends Talens en Hillechien Alberts, zie 113 en weduwe van Lucas van Diepenbrugge en Frederik Baving, zie 65. Popke Barelds Bakker hertrouwt in 1836 met Anna Christina van Groenenberg, weduwe van Jan Engberts, zie 27.

Uit het eerste huwelijk wordt zoon Bareld Bakker geboren, die in 1836 in Haren trouwt met Margien Gelmers, dochter van Gelmer Gelmers en Egberdina Ebbing, eerder getrouwd met Hindrik Pathuis, zie 147.

34 Jantien Jansen of weduwe Jan Noumeiers, Frischer Hindriks, Roelof Doens, Otte Kosters, Egbert Ubels, Jan Klazens, Jan Lambers, Jacob Barelds Dekker

In 1807 lijkt de bewoner van huis 34 te worden vermeld na de bewoner van huis 35 (Berend Hindriks Buning). Dit is ook in 1813 het geval. In 1825 wordt de onlogische nummering blijkbaar hersteld, want dan woont Hindrik Berends op nummer 35 en Jacob Barelds Dekker op 34. Eigenaar in 1807 is oud-gedeputeerde D. Willinge, in 1832 zijn erfgenaam Berend Willinge Kijmmell, zie 15.

In 1742 komen twee personen in aanmerking: Volgens het Register van Nieuwe Huizen 1742 woont weduwe Jan Noumeier in een huis dat eigendom is van weduwe Willinge, dat is Johanna Wolthers, weduwe van de majoor Lucas Willinge, zie 65. In 1745 wordt zij niet vermeld. Wel wordt zowel in 1742 als in 1745 vermeld Jantien Jansen, in 1646 woonde hier Albert Eisens, met in 1745 de toevoeging "huis verbrant". Het is daarbij niet duidelijk of  het huis omstreeks 1745 is verbrand of daarvoor in de plaats is gekomen in het Grondschattingsregister.

Jantien Jansen wordt in het Haardstedenregister van 1742 vermeld als "vrou alleen wonende". Zij overlijdt in 1750. Haar erfgenamen betalen voor het beste laken.

In 1754 woont mogelijk Frischer Hindriks in het huis. In 1764 en 1774 wordt er niemand vermeld tussen de bewoners van huis 33 en 35.

In 1784 woont mogelijk Roelef Doens in het huis, zie 32, in 1794 Otte Costers als kleermaker, zie 47.

In 1797 wordt Egbert Ubels vermeld. Hij is dan 58 jaar, bezembinder, gehuwd met 2 kinderen. Hij woont in 1784 in huis 51. 

Egbert Ubels is geboren in Norg als zoon van Ubel Egberts en Jeichien Jans. Hij trouwt in 1780 in Norg met Marchien Baving, dochter van Frerik Baving en Hinderkien Jacobs, zie 142. In 1788 worden in Peize mombers aangesteld wegens hertrouwen van Egbert Ubels met Jantien Jacobs van Peize. Egbert Ubels overlijdt in 1815 in Langelo en is dan weduwnaar van Jantien Jacobs.

Zoon Ubel Egberts neemt de naam Bezema aan en woont in 1813 in huis 114. Hij trouwt in 1808 met Margien Adams Suurd, dochter van Adam Christiaan Reinders Suurd en Jantien Jans Schuurman, zie 157.

In 1807 woont Jan Klazens in het huis, zie bij 28.

In 1813 woont Jacob Barelds Dekker in het huis. Hij woont hier ook in 1825.

Jacob Barelds Dekker is een zoon van Bareld Derks Dekker en Marchien Jacobs, zie 19. Hij trouwt in 1797 met Egbertien Roelofs, dochter van Roelof Fridsigers en Jantien Willems, zie 88 en woont eerst ook in huis 88. Hij hertrouwt in 1820 met Jantien Jans Koops, dochter van Jan Koops en Hinderkien Hindriks Schuring, zie 61, weduwe van Jan Harms Hagenauw, zie 109.

35 Hindrik Berends, Berend Hindriks Buning, Hindrik Berends Buning

Berend Hindriks Buning woont in 1813 op nummer 34 en Jacob Barelds Dekker op nummer 35. In 1825 zijn de nummers verwisseld. Ook in 1850 woont zoon Jacob Buning op nummer 35. De laatste nummering past beter bij de volgorde van de huizen, waar van oost naar west in 1832 eerst het huis komt dat eigendom is van Berend Willinge Kijmmell als opvolger van oud-gedeputeerde Willinge in 1808 en dan het huis van Hindrik Berends Buning, in 1808 weduwe Berend Hindriks.

Aan te nemen is dat de familie Buning steeds op dezelfde plaats heeft gewoond en dat in 1813 huis 35 eerst is vergeten. We gebruiken hier de nummering van 1825 omdat die logischer is.

Volgens het Register van Nieuwe Huizen in 1742 is Hinderk wever,  in 1745 Hinderk Berens genoemd, eigenaar van een huis dat in 1646 behoorde aan Albert Schuringe met als meier Arend Hinderks.

In het Haardstedenregister van 1742 wordt Hindrik Berents vermeld, in 1754 en 1764 als wever, van 1774 tot 1804 Berend Hindriks, ook als wever, in 1797 is hij 65 jaar, gehuwd met 3 kinderen, waaronder inwonend zoon Hindrik Berends, dan 17 jaar. In 1807 weduwe Berend Hindriks, tevens eigenares met zoon Hindrik als wever, 2 kinderen en een kleinkind.

Bij de naamsaanneming in 1813 wordt op 34 vermeld Nenkje, weduwe Benard Hindriks Beuning en ook op nummer 34 Geesje, weduwe van Heine Gerrits Mattewever. De laatste is Geesje Talens, dochter van Jan Arends Talens, zie 113 (zij woonde in werkelijkheid mogelijk in het diaconiehuis 32). Zoals hierboven aangegeven moet het nummer eigenlijk 35 zijn. De naam Beuning wordt later geschreven als Buning of Buining.

Hindrik Berents trouwt in 1721 met Grietien Hindriks, die al in 1722 overlijdt, vermoedelijk bij de geboorte van haar eerste kind, dat twee weken na haar wordt begraven. Hindrik Berents hertrouwt in 1724 met Jude Harmens Abeen. Het huwelijk wordt ook afgekondigd in Rolde, waarbij blijkt dat Jude afkomstig is uit Ermen, vermoedelijk Erm bij Sleen. In Sleen worden tussen 1700 en 1710 meerdere kinderen gedoopt van Harmen Abeen.

Zoon Berend Hindriks (Buning), geboren omstreeks 1732, trouwt omstreeks 1770 met Ninkien Fridsigers, dochter van Fridsiger Berends en Jantien Stevens. Zij overlijden respectievelijk in 1804 en in 1823.

Dochter Jantien Berends Buning blijft waarschijnlijk ongehuwd en woont ook in 1825 nog in het huis. Mogelijk is zij de ongehuwde moeder van Jan Jans, gedoopt op 9-3-1806. Dat zou verklaren dat er in 1807 een kleinkind aanwezig is. Zij overlijdt in 1846.

Dochter Judegien Berends Buning trouwt in 1808 met Stoffer Wiebes Sietsema uit Foxwolde (huwelijksafkondiging in Roderwolde).

Zoon Hindrik Berends Buning trouwt in 1821 met Hinderkien Jacobs Meijer, geboren in Leek als dochter van Jacob Wolters Meijer en Aaltje Freriks Baving. De laatste is een dochter van Frerik Baving en Hinderkien Jacobs, zie 142.

36 Harm Jans, Lucas Steenbergen, Hindrik Lucas Steenbergen

In 1763 verkoopt Harm Jans wever een huisje en hof voor 101 gld. aan Engbert Berents en Hindrik Arents Bult. Het huisje grenst ten oosten aan Hindrik Berents, zie 35, ten zuiden aan pastorie staeke bosch, ten westen aan Frischer Jans en ten noorden aan de weg. Het huis is o.a. bezwaard met de doorvaart naar "de pastoriebosch en Gedep. Willinge hoppeland". Mogelijk is dit Harm Jans, in 1774 als wever in een huis aan de Kerkstraat, in 1774 en 1784 in een diaconiehuis zonder aanslag. Hij zou de vader kunnen zijn van Jan en Hindrik Harms Hagenauw met als moeder Jantien Hindriks, zie 109 en 102. Een dochter is Jantje Harms Hagenauw, getrouwd met Leffert Jans Lefferts, zie 39. Jantien Hindriks kan een zuster zijn van Berend Hindriks Buning, zie 35. Een van de kleinkinderen heet Berend.

Frischer Jans woont vermoedelijk in huis 55 met tussen dit huis en huis 55 nog de huizen 37 en 38, zodat het perceel ten westen van dit huis waar hij in 1763 eigenaar van is, vermoedelijk onbebouwd is.

In 1764 wordt weduwe Hindrik Steenbergen (Stienbargen) vermeld na Hindrik Berends op 35. Vanaf dan worden de huizen aan het westelijk deel van de Zuurseweg opgenomen voor de huizen aan de Molenweg en de Brinkweg. Hierdoor is de aansluiting tussen de situatie in 1754 en 1764 niet zonder meer duidelijk. In 1754 wordt weduwe Hindrik Steenbergen vermoedelijk op een andere plaats vermeld. Van 1774 tot 1807 wordt Lucas Steenbergen vermeld, meestal als keuter, in 1794 zonder aanslag, in 1797 is hij 69 jaar, kortmaker (of korfmaker?), gehuwd met een kind. In 1807 is hij arbeider met een inwonend kind.

Er wordt in 1807 geen eigenaar vermeld, mogelijk vanwege de grondpachtsituatie. In 1799 worden curatoren aangesteld over Grietje Pieters (Bodenkamp, weduwe van Engbert Berends), zie 38. Zij was in 1797 al 90 jaar oud. Bij haar bezittingen is ook de helft van de ondergrond van het huis van Lucas Steenbergen. Het mogelijk dat het huis door Lucas Steenbergen opnieuw is opgebouwd en daardoor zijn eigendom is geworden.

Hindrik Steenbergen trouwt in 1723 met Anje Lucas.

Zoon Jan Hindriks Steenbergen trouwt in 1763 in Eelde met Marigje Reinders en woont op de Oude Elsborg in Eelderwolde.

Zoon Lucas Hindriks Steenbergen blijft wonen in het huis en trouwt in 1778 met Gezina Hindriks, vermoedelijk een dochter van Hindrik Westenborg en Wibbe Warmels. Er wordt een dochter Wibbegien geboren en een zoon Hindrik, die in 1813 in het huis woont en in 1832 ook eigenaar is. Hij trouwt in 1808 met Lammegien Pieters Holman uit Roden.

37 Pieter Bodenkamp, Arent Talens, Jan Alderts, Barelt Clasen, Arend Jans Talens

In 1742 en 1754 wordt Pieter Bodenkamp vermeld als wever. Hij woont in een sinds 1646 nieuw huis, dat ook zijn eigendom is.

Pieter Bodenkamp trouwt in 1705 met Grietien Jansen.

Dochter Annegien Pieters trouwt in 1733 met Hindrik Arents Bult, zie 54.

Dochter Grietien Pieters Bodenkamp, geboren omstreeks 1707, trouwt rond 1730 met Engbert Berends, zie 38.

In 1764 woont Arend Talens vermoedelijk in dit huis. Hij woonde daarvoor in huis 51, zie aldaar en in 1774 in een diaconiehuis.

In 1774 woont Jan Alderts mogelijk in dit huis als kleermaker. Hij trouwt omstreeks 1770 met Geessien Engberts, dochter van Engbert Berends en Grietien Bodenkamp. Vermoedelijk na het overlijden van zijn schoonvader in 1775 gaat hij in huis 38 wonen.

In 1784 woont Barelt Clasen in het huis. Hij woont in 1794 in huis 28, zie aldaar.

Vervolgens wordt van 1794 tot 1825 Arend Jans (Talens) vermeld als bewoner. In 1797 en 1807 wordt als zijn beroep dekker vermeld. Hij is in 1807 ook eigenaar. In 1832 is zijn zoon Jan Talens eigenaar. Hij is een kleinzoon van de Arend Talens die hier eerder woonde. Hij trouwt in 1792 met Grietien Jans Alderts, dochter van Jan Alderts en Geesien Engberts, zie 38.

38 Engbert Berends, Jan Alderts, Aldert Jans Alderts

[Engbert Berends, Jan en Aldert Jans Alderts]

Het Register van Nieuwe Huizen vermeldt in 1742 Engbert Snider als bewoner/eigenaar van een sinds 1646 nieuw huis. In 1745 wordt hij vermeld als Engbert Berens. Na hem komen achtereenvolgens Pieter Bodenkamp, zie 37, wed. Jan Gerrijds, zie 55 en Wessel Jansen, zie 56.

Op 8-1-1743 verkopen Harm Schuiringe, Wijcher Schuiringe en Berent Geerts namens zijn vrouw Ameltijn Schuiringe een stuk bos aan Engbert Berents snider en huisvrouw Grietijn Bodenkamp. Het bos is gelegen achter het huis van de aankoper en grenst ten oosten aan de medeverkoper Berent Geerts, ten zuiden aan weduwe vaandrig Willinge, ten westen aan Jantijn Schuiringe en ten noorden aan Pieter Bodenkamp.

Engbert Berends trouwt rond 1730 met Grietien Pieters Bodenkamp, zie 37.

Dochter Grietje Engberts trouwt in 1751 met de kleermaker Gerrit Kramer, waarschijnlijk evenals zijn broer Harm Kramer, die in Vries woont, afkomstig uit Veldhausen, Bentheim, zie 49. Zij hertrouwt in 1766 met Lambert Jannes, die daarvoor als knecht bij hen werkte. Zoon Jannes uit het tweede huwelijk gebruikt later de familienaam Snijder.

Zoon Pieter Engberts trouwt in 1764 met Jantien Jans. Hij overlijdt begin 1775, enkele weken voor zijn vader Engbert Berends. Er zijn geen kinderen bekend uit dit huwelijk.

Dochter Geessien Engberts trouwt omstreeks 1770 met Jan Alderts, zoon van Jan Allers en Annegien Ottens, zie 66 en 18. Jan Alderts is evenals zijn schoonvader kleermaker. Zij wonen vermoedelijk eerst in huis 37 en na 1775 in dit huis.

Ook (schoon)moeder Grietien Pieters Bodenkamp blijft in dit huis wonen. Zij is in 1797 ongeveer 90 jaar. In 1799 worden er curatoren aangesteld over Grietien Pieters (Bodenkamp), omdat zij wegens hoge leeftijd niet meer in staat is haar goederen zelf te beheren. Bij de bezittingen zijn een huis en landerijen en de helft van de ondergrond waarop het huis van Lucas Steenbergen staat (huis 36). Zij overlijdt in 1801. Jan Alderts en Geessien Engberts overlijden respectievelijk in 1802 en 1804.

Dochter Grietien Jans Alderts in 1792 met Arend Jans Talens. Zij gaan wonen in huis 37.

Dochter Annechien Jans Alderts trouwt in 1798 met Albert Eitens, zie 95. Zoals blijkt bij de voogdijaanstelling wanneer Albert Eitens in 1810 hertrouwt, heeft zij bij huwelijk 1000 gld. ingebracht.

Zoon Aldert Jans trouwt in 1802 met Zwaantje Jans Koops en blijft in dit huis wonen als kleermaker.

Dochter Geertruid Jans Alderts trouwt in 1812 met Jan Harm Kruims, zie 27.

39 Leffert Jans Lefferts

Leffert Jans Lefferts woont in 1813 en 1825 in dit huis, dat in 1832 ook zijn eigendom is. In 1807 lijkt het nog niet te betaan. Hijwoont dan in een huis dat eigendom is van Hindrik Koops, vermoedelijk huis 40, dat deze in 1797 heeft aangekocht, zie aldaar. Dit huis zou dan zijn gebouwd tussen 1807 en 1810, het jaar waarin de nieuwe nummering begint.

Leffert Jans Lefferts is een zoon van Jan Leffers en Harmtien Jans en geboren in Donderen. In 1798 trouwt hij met Jantjen Harms Hagenauw.

40 Roelef Abeen, Roelef Jans Abeen, Christiaan Hindriks, Geert Jans Kregel, Hindrik Wiefering, Leffert Jans Lefferts, Hindrik Koops

Volgens het Register van Nieuwe Huizen 1742 is Roelef Abeen meier van dominee Hemsingh en mevr. Ketel. Het betreft een sinds 1646 nieuw gebouwd huis. Mevr. Ketel en Juff. Hemsink worden ook vermeld als eigenaren van het huis ten zuiden van huis 42, wanneer dat in 1752 wordt verkocht aan Berent Caspers en zuster.

In 1797 verkopen de kinderen en kleinkinderen van Lucas Ketel en Gesina Anna Willinge een halve keuterij, waarvan de andere helft behoort aan Bisschop te Leeuwarden (Christoffel Bisschop, getrouwd met Grietina Anna Baving, dochter van Lucas Baving en Johanna Hemsing).

Aankoper is Hendrik Jans Coobs te Peize voor 170 gld. Het huis wordt op dat moment bewoond door Geert Jans Cregel en grenst ten oosten aan de weg, ten zuiden aan Martinus Lamberts (huis 41), ten westen aan de weg en ten noorden aan weduwe schulte Willinge en Jan Bouwkamp (huis 42). Hieruit kan worden afgeleid dat de grond bij het huis doorloopt tot aan de Molenweg, waar later huis 41a is gebouwd. Met de weg ten westen van het huis wordt de Zuurseweg bedoeld, deze ligt eigenlijk ten zuidwesten van het huis.

[Bewoners]

41 Reinder Jans Bezembinder

In 1806 wordt (Fennegien) Klasens, weduwe van Martinus Lamberts vermeld als eigenares van het huis, bewoond door Reinder Jans (Bezembinder). In 1832 wordt weduwe Martinus Lammerts vermeld als eigenares van het huis, kadastraal E 402, gelegen op de hoek van de Molenweg westzijde en de Zuurseweg noordzijde. In de memorie van successie van Tjebbel Jans Stroetinga in 1829, getrouwd met Aaltien Martinus Venema wordt huis 41, grenzend ten oosten en zuiden aan de weg, ten westen aan Hindrik Koops en ten noorden aan Koop Jans Koops vermeld bij de bezittingen.

[Reinder Jans Bezembinder]

41a Koop Jans Koops

Het huis is volgens de beschrijving bij huis 40 vermoedelijk gebouwd op grond van dat huis, in 1797 aangekocht door Hendrik Jans Koops. Eigenaar en bewoner van dit huis is in 1832, resp. 1825 zijn broer, Koop Jans Koops, in 1789 getrouwd met Grietje Aukes. Deze woont in 1804 en 1807 vermoedelijk in huis 5 en daarvoor in huis 54, zie aldaar.

42 Weduwe Jan Berents, Jan Hindriks Schuurman, Jan Bouwkamp

In 1752 verkoopt Annigje Joestens, weduwe van Jan Berents haar behuizing en hoppeland aan Berent Caspers en zuster Trijntje Harms. Het huis grenst ten oosten aan de weg, ten zuiden aan mevr. Ketel en juffr. Hemsink en ten noorden aan Jan Gerrits. Het laatste betreft mogelijk landerijen. Mogelijk is zij vervolgens bij haar dochter gaan wonen. Swaantje Jans van Peize trouwt in 1752 in Haren met Popke Jans van Essen. In 1755 wordt Annigje Joestens van Peize aangenomen als lidmaat in Peize. Popke Jans komt in 1762 voor als één van de erfgenamen van Jantien Joostens, weduwe van Hindrik Geerts en vermoedelijk evenals Annigje een dochter van de schoenmaker Joost Swiers, zie 47. Ook kinderen van Lammegien Joostens en Harmen Berends erven, zie bij 11. In 1743 wordt Jan Berends begraven. Daarna betaalt weduwe Jan Berends met tussenpozen rente aan de diaconie over een bedrag van 15 gld.

Weduwe Jan Berents wordt niet vermeld in het Haardstedenregister 1742, maar wel in het Register van Nieuwe Huizen als eigenares van een sinds 1646 nieuw huis. Daar wordt zij in 1742 vermeld voor Roelef Abeen, meier van dominee Hemsingh en mevr. Ketel, in 1745 erna, zie 40. 

Jan Hinderks wordt vermeld in het Haardstedenregister van Peize van 1754-1774, mogelijk als voorganger van Jan Bouwkamp.

Dit is niet Jan Hindriks, getrouwd met Jantien Alberts, waarvan de kinderen de familienaam (Van der) Heide aannemen.  Jantien Alberts komt rond 1765 voor als weduwe Jan Hindriks en woont in 1764 in huis 79 of 80.

Wel in aanmerking komt Jan Hindriks Schuurman, die in 1750 trouwt met Margien Engberts. Margien Engberts hertrouwt in 1776 met Barelt Claasen, in 1784 wonend in huis 37, in 1794 in huis 28 en in 1797 en 1804 in huis 122. Broer Berend Hindriks Schuurman woont vermoedelijk in huis 62.

In 1782 verkoopt Casper Berents uit Groningen zijn behuizing en hof met een staakhoop hoppeland gelegen over de weg aan Jan Bouwkamp. De behuizing grenst ten oosten aan de weg, ten zuiden en westen aan de Hr. Ketel en consorten en ten noorden aan Jan Gerrits. Het hoppeland grenst ten oosten en ten zuiden aan de Hr. Ketel en consorten, ten westen aan de weg en ten noorden aan de Hr. D. Hemsink.

Jan Bouwkamp wordt vermeld als keuter in het Haardstedenregister vanaf 1784. In 1797 is hij 53 jaar, arbeider, gehuwd met 5 kinderen. In 1807 is er één inwonend kind, hij is dan ook eigenaar. Jan Bouwkamp woont ook in 1813 in het huis, hij overlijdt in 1822.

Jan Hendriks Bouwkamp is geboren in 1744 in Eelde als zoon van Hendrik Hendriks Bouwkamp en Annegje Peters. Hij trouwt in 1779 in Eelde met Grietien Sikkens uit Lieveren, dochter van Sikke Jans en Annechien Goossens. Zij was dienstmaagd bij broer Hendrik Bouwkamp, die ook in Peize woont ten tijde van de geboorte van haar zoon Sikke, die in 1777 in Roden wordt gedoopt, waarbij zij Bartelt Harms, zoon van Harm Bartels aanwijst als de vader. De laatste procedeert voor de Etstoel tegen de hoofdmomber over Grietien Sikkens, Jannes Krijthe, over deze bewering, maar zij hoeft die niet te herroepen.

Dochter Annechien Jans Bouwkamp trouwt omstreeks 1805 met Derk Barelds Dekker, zoon van Bareld Derks Dekker en Harmtien Alberts, zie 19.

Zoon Lammert Jans Bouwkamp trouwt in 1820 met Hinderkien Jans Koops en zoon Jan Sikkens Bouwkamp trouwt in 1821 met Albertien Jans Koops , beiden dochters van Jan Jans Koops en Albertien Reinders, zie 7.

In 1825 woont Reinder Jans Koops in het huis, broer van de beide schoondochters en in 1823 getrouwd met Hinderkien Jans Hagenauw. Ook Grietien Sikkens woont in het huis, zij is in 1832 als weduwe Jan Hendriks Bouwkamp eigenares.

Zoon Jan Sikkens Bouwkamp woont dan in een nieuw naburig huis, nummer 42a.

42a Jan Sikkens Bouwkamp.

Het huis is vermoedelijk gebouwd op grond behorend bij huis 42. In 1825 woont Jan Sikkens Bouwkamp in het huis, zie bij 42. Hij is in 1832 ook eigenaar.

Volgende